De arbeid wordt opgestart door het innemen van de medicatie. Hoelang het zal duren na het innemen van de medicatie om de arbeid op gang te brengen tot de baby wordt geboren kan niet voorspeld worden. Dit is afhankelijk van de zwangerschapsduur en dus de grootte van de baby.
De tijd waarin de arbeid plaatsvindt kan gebruikt worden om verschillende zaken te bespreken.
Een eerste vraag die de ouders gesteld kan worden, is of ze de baby na de geboorte willen zien en/of vasthouden. Het is belangrijk dat de ouders een goed gevoel hebben bij hun keuze en dat ze rekening houden met wat ze zelf emotioneel aankunnen op dat moment en dit ook duidelijk maken aan de vroedvrouw. Om deze beslissing te nemen moeten ze voldoende tijd krijgen. Wanneer ze nadien toch terugkomen op hun beslissing moet ook de mogelijkheid bestaan om dan nog hun baby te kunnen vasthouden. Het is voor de meeste ouders een moeilijke stap om contact te hebben met de baby maar weinig koppels hebben er nadien spijt van. Uit onderzoek blijkt dat de vrouwen na het vasthouden van hun baby het gevoel hebben dat ze echt iets hebben kunnen doen en dat ze het afscheid ook intensiever ondergaan. De meeste ouders geven ook aan dat hun baby er in werkelijkheid mooier uitzag dan het beeld dat zij vooraf gevormd hadden. Ze kunnen het lichaampje zo lang ze willen bij zich houden, maar moeten ook rekening houden dat het lichaampje snel zal verweken en er minder mooi zal uitzien. Dit proces kan tegengehouden worden door het lichaampje in water op te baren. Indien er vooraf eventuele onderzoeken werden aangevraagd zal het lichaampje van de baby even moeten meegegeven worden.
Een tweede onderdeel die besproken wordt zijn de mogelijkheden ivm. aangifte en eventuele begraving/crematie:
- Baby geboren vóór 140 dagen zwangerschap = vóór 20 weken (gerekend vanaf moment van de bevruchting)
- Binnen deze termijn moet er geen aangifte gedaan worden bij de burgerlijke stand. Voor de wet bestaat deze baby niet en dit kan als zeer emotioneel aangevoeld worden door de ouders. Niettemin zijn er momenteel verschillende organisaties enorm in de weer om ook voor deze baby’s een aangifte te kunnen doen.
- Wanneer de baby de 140 dagen zwangerschap niet bereikt heeft kan er geopteerd worden om hij/zij te begraven op de foetusweide, crematie in een erkend crematorium, een crematie in het ziekenhuis zelf of men kan de foetus meenemen naar huis om hem daar zelf te begraven. Hiervoor moet geïnformeerd worden in de gemeente/stad waar het koppel gehuisvestigd is om te bekijken wat mogelijk is.
- Baby geboren na 140 dagen zwangerschap = na 20 weken (gerekend vanaf moment van de bevruchting)
- Wanneer de baby levenloos geboren wordt na 140 dagen zwangerschap moet er een aangifte gedaan worden op de burgerlijke stand in de gemeente of stad waar de baby levenloos geboren werd. Daar wordt dan een akte opgemaakt van een ‘levenloos geboren kind’. De aangifte kan door de ouders zelf gedaan worden of ze kunnen ervoor kiezen om dit te laten uitvoeren door de begrafenisondernemer.
- Wanneer het koppel gehuwd is moeten ook het trouwboekje en beide identiteitskaarten afgegeven worden. Bij de aangifte krijgt het kind enkel een voornaam maar de namen van de ouders kunnen wel in de overlijdensakte vermeld worden.
- Voor baby’s die na 140 dagen zwangerschap levenloos geboren worden in België, bestaat de wettelijke begraafplicht of kunnen de ouders kiezen voor het bewaren van de asurne thuis. Wanneer de ouders beslissen om het lichaampje van hun baby af te staan aan de wetenschap kunnen ze van de burgemeester een schriftelijke vrijstelling krijgen voor deze begraafplicht. Meestal zal de sociale dienst van het ziekenhuis de uitvaart aanpassen naar de wens van het ouderpaar.
- Voor het vervoer van de baby vanuit het ziekenhuis naar eender welke bestemming moet toestemming gevraagd worden aan de gemeente. Meestal wordt dit geregeld door het ziekenhuis of de begrafenisondernemer.
De bevalling leidt zich in wanneer de weeën steeds sterker worden. Vervolgens zal de moeder de drang om het lichaam van de baby uit haar lichaam te duwen niet kunnen tegenhouden, dit noemt men de persdrang. Wanneer het gaat om een kortere zwangerschapsduur is ook niet altijd de volledige ontsluiting, die normaal 10cm is, noodzakelijk.
Eens het levenloze lichaampje van de baby ter wereld wordt gebracht, komt het definitieve afscheid weer een stuk dichterbij. De stilte na de geboorte is zowel voor ouders, als voor de vroedvrouw en gynaecoloog aangrijpend. Dit is ook de eerste confrontatie die de ouders ondergaan met de dood van hun baby.
De info die we hier geven is gebaseerd op resultaten uit wetenschappelijke studies. Uit ervaring opgedaan tijdens onze stages en door de info die we kregen van ouders die een zwangerschapsafbreking doormaakten, weten we dat elk ziekenhuis een eigen verloop heeft ontwikkeld. De aanpak en begeleiding zal dus per ziekenhuis variëren.