De nacontrole is een belangrijk moment voor het koppel. Deze wordt in overleg met het ouderpaar gepland en verschilt van ziekenhuis tot ziekenhuis. Meestal wordt drie weken na ontslag een eerste afspraak gepland; dit om vooral het emotionele verloop van het hele gebeuren te bespreken. In deze periode kunnen er ook al vragen gerezen zijn bij het koppel, waarop de gynaecoloog dan ook antwoord kan geven. Wanneer de ouders gekozen hebben voor onderzoek op hun baby kunnen ook de resultaten hiervan vrijgegeven worden. Meestal wordt er gesproken over anticonceptie bij het ontslag maar wanneer dit niet aan bod gekomen is, brengt de gynaecoloog dit op deze afspraak ook ter sprake.
Een tweede nacontrole gebeurt meestal op 6 weken na de bevalling. Naast het bespreken van het emotionele aspect gebeuren hier dan ook de lichamelijke controles. Ook worden eventuele bijkomende klachten uitgediept.
Na de tweede nacontrole wordt meestal geen contact meer gehouden door de artsen of vroedvrouwen met het koppel. De ouders krijgen wel de mogelijkheid om op eender welk tijdstip contact op te zoeken met de arts als zij dit wensen. In de meeste gevallen neemt de huisarts op dit moment de verdere behandeling over.
Eén van de grootste vragen van het ouderpaar bij de nacontrole is : ‘Kan dit ons weer overkomen en hoe groot zijn de risico’s bij een volgende zwangerschap?’.
Voldoende tijd om het verdriet te verwerken is nodig vooraleer de vrouw terug zwanger wordt. Op grond van ervaring van ouders na een zwangerschapsinterruptie, wordt aangeraden om niet te snel aan een nieuwe zwangerschap te beginnen. Eerst moet de vrouw zowel lichamelijk als psychisch hersteld zijn. Vrouwen geven aan dat ze zich schuldig voelen wanneer ze te snel terug zwanger zijn, ze hebben te weinig tijd genomen om afscheid te nemen en zijn emotioneel nog niet klaar voor het nieuwe kind.
Wanneer de vrouw terug zwanger wordt zal het ouderpaar zeer bezorgd zijn om de nieuwe zwangerschap. Hierbij is het belangrijk dat ze vertellen aan hun omgeving hoe ze zich voelen, een gesprek met de juiste personen kan wonderen verrichten. Het is normaal dat de vrouw zich terug verdrietig voelt en ook terug denkt aan haar kind die ze verloren is. Het is belangrijk dat de vrouw een arts heeft die hiermee rekening houdt tijdens de zwangerschap. Andere kinderen uit het gezin kunnen ook ongerust zijn, maar zullen dit niet altijd openlijk tonen. Het is wel belangrijk dat ook zij hierover kunnen praten en betrokken worden in de nieuwe zwangerschap.
De info die we hier geven is gebaseerd op resultaten uit wetenschappelijke studies. Uit ervaring opgedaan tijdens onze stages en door de info die we kregen van ouders die een zwangerschapsafbreking doormaakten, weten we dat elk ziekenhuis een eigen verloop heeft ontwikkeld. De aanpak en begeleiding zal dus per ziekenhuis variëren.